- bouwjaar
-
circa
- verdwenen
-
gesloopt
- geschiedenis
-
In polder 86 (35 ha) stond in het begin van de negentiende eeuw een spinnenkop, die in 1832 aan de pastorie van Oosterlittens toebehoorde.
De boerderij waar hij onder viel was dan ook de zogenaamde Pastorieplaats die werd gehuurd door achtereenvolgens F.D. Zaadstra (1797-1843), G.J. Bakker (1843-1865), A.C. Faber (1865-1880), H.J. v.d. Plaats (1880-1896), E.H. v.d. Meer (1896-1905) en S.S. Hellinga (1905-1921). Allen hebben waarschijnlijk óók de molen op gezette tijden laten malen, of lieten dat door een knecht doen.
Na 1913 nam deze molen ook de taak van de volgende ([inventarisnr.] 13 [dbnr. 7778])over, maar in 1922 werd ook hij gesloopt (C nr. 42).
Citaat met toestemming uit Watermolens in en om Oosterlittens, artikel door drs. D.M. Bunskoeke, in De Utskoat nr. 45. Met dank aan H. van der Kaay.