Op 23 december 1872 verzochten de veehouders Hoitze Hendriks Nijdam en Homme Jacobs Dijkstra aan de dominee van de Ned. Herv. Gemeente te Grouw, een plekje grond te mogen kopen om een windoliemolen op te vestigen. Ze verkregen de grond in erfpacht. Op 23 januari 1873 verleenden GS toestemming voor de bouw van een oliemolen.

De molen was eigendom van Tjitte Hommes Dijkstra die naast molenaar ook nog bankier was. Veel boeren, feinten en fammen brachten hier hun spaargeld heen; de rente was niet hoog maar de zaak safe.

In 1897 werd een stoommachine geplaatst om de concurrentie van omliggende oliemolens het hoofd te kunnen bieden. In 1910 plaatste de Olieslagerij H.J. Dijkstra & Zn. een dieselmotor, die Zn. was Tjitte Hommes Dijkstra.

De oliemolen werd 17 maart 1920 voor afbraak verkocht aan een aannemer uit Hantum // Volgens De Utskoat nr. 81 kochten de Leeuwarder slopers Hendrik van der Veer en Sjoerd Schuitemaker de molen voor ƒ 1900,=.

Bronnen:
- De molens in en om Grou (Slot), art. door S. Andringa in De Utskoat nr. 67, sept. 1992. 
- Oliemolen centraal op expositie in Grou, art. door GDW in De Utskoat nr. 81, maart 1996.
- Uit de knipseldoos nr. 41, art. door Popke Timmermans in De Utskoat nr. 82, juni 1996.