De Miedmolen bemaalde de Miedpolder, in de volksmond "Mjidkrite" genoemd. Dit was een groot stuk "bûtlan" (is "miedlân" of boezemland) dat in de winter onder water stond en zomers als hooiland in gebruik was.
Voor 1800 was de Miedkrite ongeveer 55 hectare groot, wat overeen komt met ruim 150 pondenmaten. Deze hooilanden bestonden uit diverse percelen die eigendom waren van boeren uit Irnsum, Flansum, Rauwerd en Poppingawier. Het was laagwaardig, moerassig land, dat nogal eens van eigenaar of huurder veranderde. Rondom het gebied lag een lage polderdijk (zomerdijk) en de Miedmolen moest veel water verplaatsen om het land in het voorjaar droog te krijgen.
Zie voor meer informatie de Historie van Irnsum/externe link