De molen was afkomstig van de molengang bij Rustenburg.
Bron: De 52 watermolens van de Schermeer, H. van Zwet, in Alkmaarse historische reeks XII, 2004.
Tot 1850 maakte deze molen deel uit van een gang van 6 schepradmolens, waarvan nu nog molen C,D en E resteren.
Rond 1850 werd onderzocht in hoeverre de bemaling nog kon worden verbeterd door de schepraderen, die een diameter van 6,0m en een breedte van 0,38m hadden, te vervangen door vijzels. De proef werd genomen met de driegang aan de Noordervaart bij Schermerhorn, die in 1850 werd omgebouwd tot een tweehoog malende gang van vier vijzelmolens. De beide middel- en bovenmolens werden vervijzeld en de overbodig geworden ondermolens werden voor afbraak verkocht en hun aan- en afvoertochten werden gedempt.
Deze Schermermolen werd in 1851 verkocht door J. Westers, samen met nog een zelfde molen, ondermolen A (beide waren ondermolens)voor ƒ 1.085,-.
De ene molen ging dus naar Soest en de andere molen ging naar Arkel.
De molen te Soest werd onttakeld in 1933 en diende nog enige jaren als uitkijktoren. Later werd de molen geheel gesloopt. De eigenaar was J.B. Mulders.
De Schermer
Voor meer informatie over de droogmaking van de Schermer, klik door naar Bovenmolen F, Tenbruggencatenummer 00127.