Ondermolen-oost van de polder Kromme Geer en Zijde (1135 ha)

Deze grote polder van 1135 ha. werd bemalen door een gang van drie molens, een achtkant met twee schepraderen als bovenmolen, en een achtkant en deze wipmolen als ondermolens.

In de 17e eeuw waren er 3 schepradmolens, één voor het deel Zijde en 2 voor het deel Kromme en Geer.

In 1739 ging met over op tweetrapsbemaling en werd de molen van Kromme en Geer ingericht als bovenmolen en werd er aan de Tiendweg een nieuwe molen bijgebouwd.
Men beschikte toen over 3 beneden molens en 1 bovenmolen.
Later werd de oude benedenmolen van Zijde opgeruimd.

Men duidde de molens aan met de benaming lage-, middel-, en voormolen.
In 1855 werd de bovenmolen, een wip, vervangen door een achtkante molen.
De eerste trap van de bemaling werd verricht door een wip en een achtkant.

bron: Mensen in een waard vol wind en water. Van de Ven G.P. (red) (2004) blz. 123

Met de andere twee poldermolens werd deze molen in 1917 gesloopt.

Molenaar was :
Klaas van Rijswijk is genoemd in 1876