bouwjaar
herbouwd
verdwenen
verbrand
geschiedenis

Jan de Heere liet in 1783 de paltrokmolen vervangen door een zeskante zaagmolen, omdat de paltrokmolen in een slechte staat verkeerde.

In 1796 verkocht hij de zeskante molen aan Jacob Vriesendorp.

Opregte Haarlemsche Courant, 5 juli 1823:
"PUBLIEKE VRIJWILLIGE VERKOOPING
Een uitmuntende hechte, sterke, en voor alle winden welgelegen, en volkomen goed onderhouden groote ZESKANTE WIND-HOUTZAAGMOLEN, genaamd DE ZWAAN, met deszelfs Molenaars en Knechtswoningen, Lootzen en andere Bergplaatsen van Hout, Balkgat, Losse en Vaste Gereedschappe; staande en gelegen onder de Gemeente van Dubbeldam, bij de Stad Dordrecht, aan den Zeedijk, om het Papengat, get. No. 40."
De molen kwam d.m.v. deze openbare verkoop in handen van Nicolaas Hooglander. Tegelijkertijd werden molen De Jager en de grond met de fundamenten van molen Het Hart verkocht.

Nico Hooglander overleed in 1833, waarna zijn weduwe tot 1835 de molen beheerde.

Pieter Gips, scheepsbouwmeester, kocht in 1846 de molen.

Dordrechtsche Courant, 1 dec. 1859:
"Openbare Verkooping.
Ten overstaan van den Notaris Schult van Haegen, in het Koffijhuis van Zalm, te Dordrecht, bij Veiling op Woensdag 21 December en bij Afslag op Woensdag 28 December 1859, beiden 's voormiddags 11 1/2 ure, van een' kapitalen en zeer gunstig gelegen Achtkanten WIND-HOUT - ZAAGMOLEN , genaamd DF ZWAAN, in den jare 1833 geheel nieuw opgebouwd, met daartoe behoorend ruim en goed onderhouden MOLENAARSHUIS, ERF, fraaijen TUIN, HOUTLOOTS en ERF, BINNEN- en BUITEN-BALK- GAT, enz., alles staande en gelegen bij elkander, even buiten Dordrecht, aan den Noordendijk, op de Merwede, geteekend MW 80 en 79,—met de losse en vaste GEREEDSCHAPPEN tot voormelden Molen behoorende."

Schager Courant, 22 sept. 1889:
"Vrijdagavond woedde boven Dordrecht een hevig onweder. Te ongeveer half negen sloeg de bliksem in den houtzaagmolen De Zwaan aan den Weeskinderendijk toebehoorende aan den heer Gips aldaar.
Ofschoon verscheidene handbrandspuiten en ook de drijvende stoombrandspuit zich spoedig ter plaatse bevonden was aan blusschen niet te denken. Te half tien reeds waren de molen en de belendende houtloodsen bijna uitgebrand en stortte hetgeen nog van het gevaarte overeind stond ineen. De brand woedt nog voort maar wordt door de brandweer beperkt."

Bronnen o.a. :
- Bijdragen en Mededelingen van het Ned. Openluchtmuseum 1983 no. 1, pag. 22. Coll. Henk van der Kaay.
- Jaarboek 2008 'Draaiende wieken, stappende paarden'.
- Eric Zwijnenberg, 12 mei 2007.