trivia

Dubbeldam was een dorp op het Eiland van Dordrecht, is per 1 juli 1970 toegevoegd aan de gemeente Dordrecht en maakt sindsdien als wijk deel uit van deze stad.

Panorama op Dordt, rond 1880 (coll. Paul van den Berg):
- (in de verte) TBN 06675 T, dbnr. 1633, De Eikenboom, gesloopt 1884
- (dichterbij) TBN 03940 K, dbnr. 3075, Willem de Eerste, gesloopt 1885
- (in de verte) TBN 03940 Y, dbnr. 1614, De Treurwilg, gesloopt 1890
- (achter de fabrieksschoorsteen) TBN 12035, dbnr. 917, De Kleine Noordsche Boer, gesloopt 1895
- (voor de kerk) TBN 03940 J, dbnr. 2344, De Zwaan, verbrand 1889
- (vooraan) TBN 03940 H, dbnr. 2343, Het Anker, gesloopt 1887
- (rechts) TBN 03940 I, dbnr. 1612, De Ruiter, verbrand 1900
Links van Het Anker waren in dit tafereel vroeger ook nog te zien de hier reeds verdwenen De Kapraven (gesloopt 1870, vandaar dat de foto van rond 1880 moet zijn) en De Leeuw (verstoomd 1868); links daarvan staan buiten beeld de Oude Manhuis (gesloopt 1886) en De Vlasbloem (gesloopt 1918). Links van Willem de Eerste staat buiten beeld De Pelikaan (gesloopt 1928); verder weg staat links buiten beeld De Zeelt (gesloopt 1922).
Lolke Rang, 26 juni 2021.
-----

Geheugensteuntje
Met behulp van dit vers konden de Dordtenaren de namen van de vele molens aan de 's-Gravendeelsedijk onthouden.

Het Klaverblad, dat maalt zo snel,
De Karnton, die weet het wel ((Waker)
Het Seimpje met zijn kloek verstand,
dat maalt zijn zaadjes kort en kant (De Zwarte Arend)
De Lelie is een mooie blom,
De Waker lacht daar echter om (De Wakende Kraan)
De Reiger staat nogal in het riet,
Waar De Kat zeer fel op ziet
De Oude Ruiter ruitert snel,
De Haan die kraait des morgens wel
De Uil staat reeds voor de ploeg (De Valk)
Als De Sprokkelaar zijn dingen doet (Het Anker)
De Wever weeft zijn garen fijn (De Willem I)
De Zeelt die wil gevangen zijn
De Bakker bakt zijn brood te licht (De Hoop)
De Poortklok heeft dit lied gedicht (De Karper)

Dit molenrijmpje betreft alle 16 oliemolens van het eiland Dordrecht. Het moet ongeveer tussen 1802 en 1832 gemaakt zijn. De olieslagers waren in die tijd allemaal aangesloten bij een confrérie van olieslagers, een soort gilde/broederschap.
Pim van der Wijk, 3 maart 2016.