trivia

Wat opvalt bij de tekeningen: De onderbouw van de molen ziet er in 1803 duidelijk anders uit als in 1775. In 1775 is sprake van een stellingmolen met aangebouwde schuur zoals veel andere oliemolens aan de 's-Gravendeelsedijk. In 1803 en op de kadastrale kaart van 1817 is sprake van een stellingmolen centraal op een grote schuur als onderbouw. In het RAD is onder nummer 552_200102 nog een potloodtekening uit 1875 aanwezig waarop dit ook te zien is. Wellicht heeft er een verbouwing / vernieuwing van de molen plaatsgevonden door eigenaar Jan de Heere tussen 1785 en 1799, in samenhang met het feit dat hij de molen ook omdoopte in De Reiger. Hoe ingrijpend deze verbouwing was, is niet na te gaan. 

Geheugensteuntje
Met behulp van dit vers konden de Dordtenaren de namen van de vele oliemolens op het Eiland van Dordrecht onthouden.

Het Klaverblad, dat maalt zo snel,
De Karnton, die weet het wel ((Waker)
Het Seimpje met zijn kloek verstand,
dat maalt zijn zaadjes kort en kant (De Zwarte Arend)
De Lelie is een mooie blom,
De Waker lacht daar echter om (De Wakende Kraan)
De Reiger staat nogal in het riet,
Waar De Kat zeer fel op ziet
De Oude Ruiter ruitert snel,
De Haan die kraait des morgens wel
De Uil staat reeds voor de ploeg (De Valk)
Als De Sprokkelaar zijn dingen doet (Het Anker)
De Wever weeft zijn garen fijn (De Willem I)
De Zeelt die wil gevangen zijn
De Bakker bakt zijn brood te licht (De Hoop)
De Poortklok heeft dit lied gedicht (De Karper)