- geschiedenis
-
Nadat molenaar Jan Baptist Martens de standerdmolen kocht, brak hij hem in 1851 af en bouwde een grote stenen stellingmolen op een andere plek. De zoon van molenaar Martens is ook nog molenaar geweest op de nog bestaande molen 'De Onvermoeide' van Raamsdonk, die in 1890 werd gebouwd. Toen in Waspik een bierbrouwerij werd gevestigd, verbond Martens een moutpletter aan de molen.
Na Jan Baptists overlijden in 1880 nam zoon Adriaan Martens de molen over. In mei 1900 plaatste Adriaan een 16 pk petroleummotor. In 1908 vertrok Martens naar Roteerdam, en nam Johannes H. van der Heijden uit Vlijmen de molen over. Hij plaatste een elektromotor en een koppel runstenen.
In 1909 werd de molen grondig verbouwd, waarbij het complete gaande werk naar de eerste zolder werd verplaatst. De vier koppel stenen, die allen op dezelfde verdieping lagen, konden zowel voor het malen van schors als koren worden gebruikt. Het gaande werk werd via een lange ijzeren spil aangedreven. Ook de vier koppel maalstenen konden door een motor worden aangedreven. Alle andere zolders stonden leeg na 1909.
In 1912 deed Van der Heijden de molen over aan zijn molenaarsknecht Gerardus Timmers. Deze voegde in 1918 een houtzagerij met 25 pk zuiggasmotor toe.
Op 6 november 1921 werden door een storm kap en wieken afgerukt.
Dagblad De Stem:
"Waspik, 7 November 1921 —Alhier is gisteren de graanmolen der firma Timmers omgewaaid. Een ruïne van belang." (Jacques van Gorp)
In 1923 kwam de molen in handen van Nol van Gorp (uit Alphen NBr).
Op 3 oktober 1923 brandde de molen uit. De 35 meter (!) hoge molen (met wel 7 zolders) leek volgens de krant een vuurspuwende berg.
Brabnts Dagblad:
"Waspik 3 October 1923 —
De brand in den nacht van Dinsdag op Woensdag leverde een fantastisch schouwspel, dat uren in den omtrek gezien kon worden. De ongeveer 35 M. hooge molen geleek een vuurspuwende berg uit welks ramen de vlammen als vurige tongen zich een uitweg baanden en hoog oplaaiden, terwijl een regen van vonken knetterend uiteenspatte in de hel verlichte ruimte. Aanvankelijk meende men dat belendende gebouwen, waarvan velen met riet gedekt, een prooi der vlammen zouden worden. Gelukkig was het bladstil en konden enkele rappe mannen, waaronder de familie A. van den Wassenberg zich bijzonder onderscheidde, met gaarden en stokken gewapend, het rieten dak der boerderij van mej. de Wed. Bink beklimmen, welke het meest van den vuurregen te lijden had. De familie van den Wassenberg mag voor dit heldhaftig optreden tegen het vernielende element, waardoor de wijk Benedenkerk met haar groote boerderijen vooral voor een ernstigen ramp gespaard bleef; een woord van lof niet onthouden worden. Later, toen de brand reeds geruimen tijd gewoed had, kwam de Waspiksche motorspuit ter hulp en werd door het nat houden der daken, verder gevaar voor uitbreiding voorkomen. De spuitgasten, onder leiding van den burgemeester, die zeer spoedig ter plaatse was, kweten zich uitmuntend van hunne zware taak en de motorspuit, die reusachtige hoeveelheden water in den brand wist te werpen, heeft thans vooral hare buitengewoon hooge waarde doen gevoelen. Ongeveer half vijf was de brand, die circa half een uitbrak, gebluscht. Van den molen is niets overgebleven dan de kale muren, terwijl het pakhuis eveneens totaal is vernield. De eens zoo trotsche molen biedt dan ook een treurigen aanblik.
Omtrent de oorzaak van den brand tast men nog steeds in bet duister, ofschoon het vermoeden steeds meer veld wint, dat deze moet worden toegeschreven aan het broeien van schors." (Jacques van Gorp)
Dagblad De Stem:
"Waspik, 3 October 1923 — Grote Brand.
Hedennacht om ongeveer half een ontstond brand in de graan- , schors- en houtzaagmolen van de heer A. van Gorp. De motorbrandspuit was spoedig ter plaatse en wierp eerst ontzagelijk veel water op de belendende gebouwen, welke hier voor een groot deel met riet gedekt zijn. Gelukkig was het bladstil, zodat alleen de molen en het pakhuis een prooi van de vlammen werden. De gehele inhoud graan, veevoeder en hout ging verloren. De schade is aanzienlijk. De brand woedde tot ongeveer half vijf hedenmorgen voort. De oorzaak is tot heden onbekend. De motorspuit werkte uitstekend."
"Waspik, 6 October 1923 —
Gevaarlijk aangewakkerd door de felle noordenwind, begonnen gisteren de zware halfverkoolde balken onder de molen weer lustig te branden. De buren, bevreesd voor verder brandgevaar, verzochten de burgemeester om het gebruik van de motorspuit, welke gisteravond nog in werking werd gesteld en uitbreiding van de brand wist te voorkomen."
"Waspik, 17 November 1923 —
De muren van den eens zoo trotsche graanmolen, die onlangs door brand venield werd, worden tot op ongeveer de helft afgebroken. Het overige gedeelte wordt weer voor het malen van graan ingericht. De houtzagerij wordt niet meer voortgezet." (Jacques van Gorp)
Latere eigenaar was mengvoederbedrijf A. van Gorp-Teurling B.V.
Bron ondermeer: "De molenaar en zijn windmolens in de Langstraat", Jan Rosendaal, in De Klopkei 1996-2 (tijdschrift van de Heemkundige Kring "De Erstelinghe", Waalwijk). Verzameling H. van der Kaay.
-
- nog waarneembaar
- Stenen romp tot de luizolder, inmiddels zijn de bedrijfspanden er omheen afgebroken.
-