In de eerste helft der zeventiende eeuw is het Schoutsbraakje door Jan Janszoon van Amerongen, Schout te Ursem, krachtens octrooi der Staten van 12 december 1631, bedijkt en drooggemaakt, en naar hem werd het het Schoutsbraakje genoemd.
Opmerkelijk is, dat ditzelfde braakje, dat in 1864 wel ƒ 8000 waard werd geschat, in 1683 door Jacob Pieterszoon Mienes, zoals deze zich daarover in een verzoekschrift om ontheffing van lasten, in september 1685 ingediend, beklaagt, "onbedachtelyck in koop is aangestaan voor een zilveren lepel van ƒ 4 à ƒ 5."
Het braakje was 6 ha groot, behoorde aan één eigenaar, en werd in 1936 bemalen door een windmotorinstallatie.
Bronnen:
De zeeweringen en waterschappen van Noordholland, Mr. G. de Vries Azn., 1864.
De zeeweringen en waterschappen van Noordholland, derde uitgaaf, D. Kooiman, 1936.
MHO