bouwjaar
verdwenen
geschiedenis
Eduard Jacot van Axele, Heer van Dussen, uit Alkmaar, was betrokken bij de droogmaking van de Heerhugowaard en de Schermer. Op 26 januari 1641 kreeg hij octrooi voor het droogmaken van de Oosterkolk tussen Aartswoud en Lambertschaag, de latere Polder de Kolk van Dussen. Het waterschap De Vier Noorder Koggen verzette zich daar wel hevig tegen, waarschijnlijk omdat het zowel in het westen als in het oosten daarvan een molenkolk met drie molens had, doch desondanks kwam de droogmaking tot stand.

Hoewel de Heer van Dussen bij de droogmaking van de Heerhugowaard onmogelijk grote sommen verdiend kan hebben als gevolg van de hoge kosten en de slechte grondkwaliteit, achtte hij zich financieel zò sterk te staan, dat hij van de Staten van Holland zelfs geen belastingvrijdommen begeerde! De droogmaking zal totstand zijn gekomen in samenwerking met de kerkmeesters van Hoogwoud en Aartswoud, voor wie altijd de opbrengst van het riet uit het voormalige moerasgebied was geweest.

Voor het uitmalen op de kolk van De Vier Noorder Koggen (en vandaar via de Nollesluis op de Zuiderzee) werd aan dat ambacht jaarlijks ƒ 75 vergoeding betaald.

Deze molen werd in het begin van de 20e eeuw opgevolgd door een windmotor, aan de Veersloot. Op zijn beurt werd de windmotor vervangen door een elektrisch gemaal één poldersloot verder, maar dan aan de kant van de Westfriese Dijk vanwege de betere bereikbaarheid door bedienend personeel.

Bronnen:
- "De zeeweringen en waterschappen van Noordholland", Mr. G. de Vries Azn., 1864.
- "De zeeweringen en waterschappen van Noordholland", derde uitgaaf, D. Kooiman, 1936.
- "Jan Adriaenszoon Leeghwater. Het leven en werk van een zeventiende-eeuwse waterbouwkundige", J.G. de Roever, 1944.