- trivia
Uit de boekhouding van zeilmakerij Wouda te Meppel bleek dat de molenaar in 1880 erg krap bij kas zat: Molenaar A. Scholten huurde zeilen van 76 voet lengte voor 28 gulden per jaar. In 1888 ontving hij twee oude zeilen, maar hij betaalde niet: "Ik heb wel driedubbel tegoed, doch ik moet wachten totdat het nieuw verbouw aan is, dan zal ik Uw wel voldoen, daar behoeft Uw geen zorg voor te hebben, daar kan Uw op rekenen". Nog geen twee maanden later schreef hij: "Ik zend Uw hiernevens negen gulden; ik heb gisteren naar Gietermark geweest, daar heb ik een Friesch schaap verkocht 't welk mijn noode afging." Dit was de helft van het verschuldigde bedrag. De rest had hij eind 1889 nog niet afbetaald en bovendien had hij de zeilen geretourneerd. Hij schreef: "Wij hebben met veel tegenheden te kampen en bovendien is al het graan zoo goedkoop (...). Geld zal ik Uw in de volgende maand (zenden), als ik mijn vet varken heb verkocht.".
Scholten was niet de enige met betalingsproblemen en dat had ook nadelige invloed op de zaken van Wouda. In 1890 werd daarom Van Campen & Co. te Zwolle in de arm genomen om schulden in te vorderen te Anerveen, Drouwen, Hoogeveen en Meppel. (totaal ƒ 261,89).
-----
Molen op geen enkele kaart gevonden. De locatie is een ruwe schatting naar de waterstaatskaart waarop Ten Bruggencate de molen heeft bijgetekend.