De molen was uitgerust met een schroef en bemaalde de Leuringhpolder (polder 19), groot 14 ha en opgericht in 1844. Gebouwd in 1844.
Verdwenen enige jaren vóór 1898.
Bron: archief Van der Veen.
-----
J.H. Leuringh en A. Santé Leuringh kregen op 3 januari 1844 (no. 46) van Gedeputeerde Staten vergunning tot het inpolderen van hun landen. De kleine molen had een vlucht van 10 m en sloeg uit op het Wolddiepje.
Bron: "Beschrijving van de molenpolders in het Westerkwartier ...", K. van Rijn, 1862, Kommerzijlvest no. 27.