bouwjaar
verdwenen
geschiedenis

Ondanks het feit dat een groot deel van afwatering in Drenthe natuurlijk verloopt hebben er toch nog 66 poldermolens gestaan. De meeste van deze molens waren wat grotere achtkante bovenkruiers. Deze polder werd in 1856 ingedijkt als winterpolder, dit kostte ƒ 14.000.

1858: De molen aan het Leekstermeer werd in 1858 voor ƒ 6183 gebouwd door molenbouwer H. Seubring uit Noordlaren. Het was een forse molen met een vlucht van zeker 24 meter, en met twee vijzels. Opvallend was de houten bovenas. Het gevlucht was oudhollands opgehekt. De molen stond aan het Leekstermeer, vlakbij het huidige paviljoen. Hij bemaalde de polder die in 1866 werd vergroot naar 720 hectare. Door aannemer Coopman werd bij de molen tevens een molenaarswoning gebouwd voor de eerste molenaar Engbert van Esch. De molen was toen alleen lopend of per boot te bereiken. 

1916: Er werd naast de molen een stoomgemaal gebouwd. De molen had toen nog steeds een houten as maar wel met zelfzwichting op beide roeden. In 1923 kwam te molen te koop, waarna hij in 1926 werd afgebroken. Hiermee verdween de grootste poldermolen in onze provincie. 

1934:  Het stoomgemaal werd vervangen door een dieselgemaal. Vanwege olieschaarste stelde het polderbestuur in 1942 het plan op om weer een windmolen te plaatsen op de nog aanwezige molenfundatie naast het gemaal. Hiervoor wilde men de molen van Pieterzijl kopen, die toen te koop stond. Een molen met een vlucht van 28 meter, eveneens 2 vijzels, zelfzwichting en zelfkruiing. Helaas zijn deze plannen niet doorgegaan... 

Bronnen:
- M. Noordhoek, Groninger Molenarchief.
- "Historie van de Meerweg", H. Doedens.
- "Beschrijving van de molenpolders in het Westerkwartier ...", K. van Rijn, 1862, Kommerzijlvest no. 47.