In Leek, Westerkwartier, hebben molens gestaan voor het oppompen van water tbv. molenkanaal, gebruikt voor de afvoer van turf. In 1806 werd een driegang gebouwd, achtkante stellingmolens met vijzel. Jonker Haro Casper van Inn en Kniphausen liet de molen bouwen, volgens aanbestedingsbericht van 1 juli 1805.
Dit was de bovenste molen van een driegang dienende voor het opvoeren van het water in de Hoofdvaart boven het 3e verlaat.
Op 10 augustus 1868 is door bliksem inslag de middelste molen verbrand, de twee andere werden daardoor onbruikbaar. Het systeem was al overbodig geworden door de Jonkersvaart vanuit FRIESLAND, waardoor er geen watergebrek meer was. In 1877 zijn de twee andere voor afbraak verkocht, delen gingen hiervan naar Groningen nr. 13 (recent), Polder Koningslaagte.
Bronnen:
- Groninger Molenboek p. 29-30 en 194.
- De Zelfzwichter nr. 57, 1990-1, p. 15-20 + kaartjes.