De molen werd in 1878 gebouwd door molenmaker J. Ritsema uit Zeijerveld voor Willem Stevens. Tot 1962 bleven leden van deze familie eigenaar. Vanaf de jaren '30 werd de molen verhuurd, eerst aan R. Bosman, daarna aan Jente Venema en de gebroeders Enting en tot slot de Coöperatie.

In 1946 bracht molenmaker Dijk (Leek, Gr.) twee nieuwe Gorterroeden aan. Dit waren de eerste ijzeren roeden voor deze molen; tot dan toe waren deze altijd van hout geweest (de binnenroede was een borstroede) maar één van beide was anno 1946 al niet meer aanwezig. 
In 1959 viel voor de molen als productiewerktuig het doek, nadat besloten was, het werk in de fabriek van de Coöperatie onder te brengen. 

In 1962 werd de inmiddels buiten bedrijf gekomen molen door de familie Stevens verkocht aan de familie Nijhof uit Haren. De begane grond en eerste zolder werden toen ingericht als recreatiewoning. De molen draaide sindsdien nog wel af en toe.
In 1973 werd gedeeltelijk naast de molen een woning gebouwd; het molengedeelte bleef zo onaangetast. Draaien deed de molen nog totdat de windpeluw te slecht bleek en het gewicht van het wiekenkruis niet meer kon dragen.

Verval trad in tot de molen in 1990/'91 grondig werd gerestaureerd. Na de officiële ingebruikname op 8 mei 1991 draaide de molen weer regelmatig. Wél was inmiddels, mede als gevolg van de jarenlange stilstand, ook de omgeving duidelijk verbost.
Hierin kwam verbetering, toen in februari 1998 de nieuwe eigenaar, Jan Dorenbos, het grootste deel van het geboomte rond de molen liet verwijderen. Ook kwam er een aparte toegang tot de molen, zodat bezoekers niet meer door de aangebouwde woning hoefden te komen.

Sinds 1991 wordt er ook regelmatig met de molen gemalen, vooral rogge, voor een plaatselijke bakkerij.
Net als in de andere molen van Norg zijn de molenaars hier bezig met reconstructie van een koppel stenen en ook hier zijn een steenspil, klauwijzer en schijfloop nodig.