Na het verbranden van de korenmolen aan de Witterweg (zie voorganger), vroeg molenaar Jan Jager vergunning aan voor de herbouw van zijn korenmolen op kad. perceel G no. 492. Kennelijk liet de familie Kymnell de zaken aan hem over en was Jager de eigenaar van de nieuwe molen. De nieuwe molen verrees in 1898 en had ruim 21 m vlucht

Ondanks toenemende concurrentie van motormaalderijen, had Jager knechten in dienst.

In 1915 verkocht Jan Jager de molen en vertrok met zijn gezin naar Assen. Voor ƒ 1322 werd Bertus Voortman de eigenaar, hij bezat ook al de molen bij de Veenhoop.

Vanaf 1919 verhuurde Voortman de molen, eerst aan Jan Scholte en van

1924 tot 1926 aan Harm Koning.

In 1927 werd de molen opnieuw te koop aangeboden, maar dat zal niet zijn gelukt. 

24-02-1930: Algemeen Handelsblad
"Verdwijnende molens. De korenmolen te Bovensmilde wordt voor afbraak verkocht."

In 1930 sloopten Koning & Swarts uit Groningen de molen.

24-02-1930: Provinciale Drentsche en Asser courant
"Te koop: AFBRAAK van een molen: eiken en grenen balken, planken, ribben, laten, stophout en brandhout en een ijzeren as, roegaten 35x40, lengte van de as 4M tusschen de potten en twee maalstenen met een groote partij heele steen. Te bezichtigen bij den molen. Meester Sikkensbrug, Bovensmilde."