De Fortuin, oorspronkelijk een schors- en korenmolen. Een achtkante rietgedekte stellingmolen op een houten tussen- en onderstuk en een rietgedekte kap. De roeden hadden een vlucht van 71 voet. De schors- en korenmolen had twee paar maalstenen en één paar runstenen. Gebouwd vóór 1837, tussen 1805 en 1811.
In 1842 wordt genoemd: de voor weinige jaren nieuw gebouwde schors- en korenmolen.
Eigenaars: tot 1842 mej. E.D. Teenstra, Freerk Jans Bosch tot 1852, A. Wiersema oa. 1858 tot 1876 (richtte de molen in tot koren- en pelmolen), G. Feringa (bakker). In 1831 Sietske Edsges Teenstra, vrouw van Klaas Hellinga.
Afgebroken in mei 1905. In 1905 gekocht door R.Kruisinga, die de molen spoedig daarop op afbraak naar Winterswijk verkocht, koper aldaar was B.G. Hensinkveld. Op 31 augustus 1905 draaide de molen weer in Winterswijk. De molen brandde daar in 1916 (1919) af.
De Tijd : godsdienstig-staatkundig dagblad, 19-06-1876
Groningen, 16 Juni. Boven Grijpskerk, Gaarkeuken, Enumatil, Oldekerk en andere plaatsen in Groningen is heden-ochtend omstreeks 71/2 ure zwaar onweer uitgebarsten, dat o. a. in den pelmolen van den heer Wiersema te Grypskerk is geslagen.
Door spoedig aangebrachte hulp is de brand echter nog tijdig gebluscht.
Enkele schapen zyn gedood en ook de oldekerker watermolen nabij Scheestil is getroffen en afgebrand.