Deze molen werd in 1845 gebouwd door Albert Oomkes Kemper (*1814) - een volle neef van mijn bedovergrootvader Johannes Groenewold (*1825).
Hoogstwaarschijnlijk werkte Johannes op de oliemolen van zijn neef. Bewijs: in alle geboorteaangiftes van de kinderen van Johannes staat hij vermeld als oliemolenaarsknecht. Omdat deze molen aan het Winschoterdiep de enige oliemolen was in Zuidbroek moet hij daar wel gewerkt hebben.
In een krantenbericht in de Nieuwe Veendammer courant van 11 september 1872 over de brand wordt A.O. Kemper als eigenaar genoemd. Albert Oomkes Kemper was vóór 1845 molenaar te Wildervank op de Molen van Meijer, dbnr. 5350. Die molen werd namelijk in 1845 verkocht door de erven Oomke Fokkes Kemper en vrouw, volgens een advertentie in de Groninger Courant van 14 november 1845 (zie aldaar).
Johan Groenewoud, 18 dec 2018.
-----
Op berichtte de 04-02-1871 de Nieuwe Veendammer Courant het volgende:
Zuidbroek, 2 Febr. Heden had alhier op den molen van den heer A. O. Kemper een treurig ongeluk plaats. De knecht L. Klat, bezig zijnde eenig werk bij het raderwerk te verrigten, geraakte met zijn been aan eene splits vast, waardoor zijn been verbrijzeld is. De lijder zal nog heden naar Groningen worden gebragt om in het hospitaal te worden behandeld.
Ingezonden door Caroline Schaeffer, 19 mei 2021
-----
Dit was een achtkante bovenkruier op een vierkante stenen onderbouw.
In 1900 was er in de onderbouw een stoomolieslagerij met 15 man, eigendom van J. Hekman. De windmolen was toen al verdwenen.
Bron: "Noord- en Zuidbroek", H. Antonides, 1973 (archief Ten Bruggencate).