bouwjaar
verdwenen
gesloopt
eigendomshistorie

 

Mijn betovergrootvader Dingeman Oosse (1818-1894) is meer dan 50 jaar watermolenaar geweest op de oude houten Plunjermolen, de zgn. Kleine Molen

Zijn 50- jarig jubileum wordt beschreven in de krant:

Zierikzeesche Nieuwsbode, 2 april 1892,

Zierikzee, 1 April. Op a.s. Zondag zal het 50 jaar geleden zijn, dat de watermolenaar D. Oosse te Serooskerke in dienst kwam van het Waterschap Schouwen en met het opzicht werd belast van den kleinen watermolen, die toen - lang voor de verbetering van de situatie en de oprichting van het Stoomgemaal - een deel uitmaakte van de bemaling van het geheele Waterschap en die tegenwoordig dient om een afzonderlijk deel, de zoogenaamde Prunjepolder, te bemalen.

In al die jaren heeft Oosse zich steeds leeren kennen als iemand, die zijn betrekking steeds met ijver en nauwgezetheid waarneemt. Vergrijsd in den dienst kan hij zeker wel met genoegen terugzien op den werkkring die achter hem ligt. Wel is waar wordt tegenwoordig na den bouw van het Stoomgemaal niet zooveel van zijn krachten gevergd als vroeger, maar men kan van hem getuigen, dat hij, waar zijn diensten gevorderd worden, steeds gereed is te doen wat zijn plicht hem voorschrijft. Het Dagelijksch Bestuur van het Waterschap zal dezen gedenkwaardigen dag voor den nog zoo flinken grijsaard zeker niet ongemerkt laten voorbijgaan.

Informatie van Johan de Korte, 28-02-2024 

 

geschiedenis

Reeds in de 17de eeuw werden in Schouwen watermolens geplaatst voor de beheersing van het binnenwater. Deze molen staat op de kaart van Schouwen en Duiveland door D.W. Carel Hattinga en Anth. Hattinga uit 1752.

Vroeger werd deze molen de Westerse Molen genoemd. In 1825 werd hij simpelweg watermolen genoemd, omdat hij alleen overgebleven was en een nadere aanduiding niet nodig was. Na 1847 kwam Oude Molen of Kleine Molen in zwang omdat toen oostelijker de Grote Molen werd gebouwd.

Blijkens de waterstaatskaart van 1872 kon de molen zowel de algemene Polder Schouwen bemalen, als de Prunjepolder die (in 1914) 0,5 m lager lag.

In 1894 werd de bemaling van de Prunjepolder overgenomen door een ijzeren molen (dbnr. 4106)

06-02-1894: Rotterdamsch Nieuwsblad: De 76-jarige watermolenaar D. Oosse, te Serooskerke (op Schouwen) is tusschen de molenroede geraakt en daardoor zoo vreeselijk gewond, dat de hersenen een groot eind weegs verspreid lagen. De ongelukkige was natuurlijk onmiddelijk dood.

1895: April 1895 besloot het polderbestuur de kleine watermolen te verkopen. De molen werd in de herfst onderhands verkocht voor ƒ 450 (ƒ 320 voor de roeden, ƒ 130 voor de romp, koning enz.). In de Algemene Vergadering van 1 april 1896 besloot men de grond waarop de molen had gestaan, te verpachten.

Bronnen: 
- Zeeuws Archief, Waterschap Schouwen, toegang 3326 inv.nr. 570.
- Zeeuws Nieuwsblad, 23 apr. 1895.
- Zeeuws Nieuwsblad, 1 okt. 1895.
- Inleiding archief Waterschap Schouwen, Zeeuws Archief.
- Zeeuws Archief polder Schouwen toegang 3326 notulen inv. no 42
Jan de Witte, 28 augustus 2016, nov.-dec. 2018.