- bouwjaar
- bestemming
Het malen van graan, thans op vrijwillige basis
- voorganger
- omwentelingen
- geschiedenis
-
De huidige molen is opvolger van een zeskante houten grondzeiler, die op 18 oktober 1870 was afgebrand. Deze stond op ca. 300 meter van de plaats waar thans De Korenbloem staat. Jaarlijks was de erfpachter een recognitie van ƒ 50,-- verschuldigd aan de ambachtsheer der Heerlijkheid Bloois.
Het heeft een tijd geduurd, voordat er een nieuwe molen stond. In augustus 1872 geeft J.A.K. Verton aan dat de molen min of meer gereed is, op 31 oktober meldt deze per adverentie in de Zierikzeesche Nieuwbode dat hij zijn bedrijf officieel per 1 november start. Het is dan wel ruim twee jaar na het afbranden van de oude molen!N.B. Het bouwjaar van de molen is vaak op 1873 gehouden, maar dat blijkt met bovenstaande informatie niet langer houdbaar.
In 1878 werd Verton volle eigenaar van de molen. In 1884 ging dit over naar P. Remijn, in 1906 naar J. Rijstenbil Dzn. en in 1923 naar D.A. Rijstenbil Jzn.David Rijstenbil maalde hier tot 1961 en beëindigde toen zijn bedrijf. Zoals vaker in die tijd bij Zeeuwse molens die buiten bedrijf kwamen, waren er ook hier plannen om de molen om te bouwen tot vakantiewoning. Vervolgens werden de Haagse NV Maatschappij tot Exploitatie van onroerende goederen 'Verzicht', de architect H.A. Hoogervorst en de makelaar Korstenbroek eigenaar.Van ombouw kwam het er echter niet, feitelijk gebeurde er niets, behalve dat de molen stilstond en langzaam maar zeker in verval raakte. Na ruim 20 jaar werd de situatie ernstig: de (rond 1961 al niet zo beste) stelling kwam in de loop de jaren in delen omlaag en de toestand van wiekenkruis en kap was omstreeks 1986 dramatisch.
Een grondige restauratie door molenmakerij Poland maakte hieraan in 1991 een einde. Wiekenkruis en stelling moesten geheel nieuw; de kap moest stevig onder handen worden genomen maar het binnenwerk was redelijk goed bewaard gebleven; ook het staartwerk bleek nog in behoorlijke staat. Op 25 april 1992 lichtte de toen 90-jarige David Rijstenbil de vang van zijn vroegere eigendom.
Sindsdien wordt de molen geregeld op vrijwillige basis in werking gesteld waarbij ook wordt gemalen, voornamelijk voor veevoer.
Twee koppel stenen hebben een eigen regulateur op de maalzolder, het derde heeft er geen. De regulateurs worden via drijfriemen op de steenzolder via het staakijzer aangedreven. Alle koppels hebben een tweetaksrijn met pennetjeswerk.
Interessant is de 'conische' uitvoering van bovenwiel en -bonkelaar. Dit kwam in de 19e eeuw vaker voor, maar bleef in Zeeland een uitzondering. Ook de vangkneppel is in deze regio ongebruikelijk.
Opmerkelijk is de constructie van de stelling: de 32 liggers worden door slechts 16 schoren ondersteund.