De Koot werd gebouwd in 1702. De molen werd ingericht voor het zagen van latten en veren en de productie van tabak. Vermoedelijk betrof het hier geen grote molen, vrijwel alle andere molens die deze dubbele functie uitoefenden waren van een kleiner kaliber.
Op 13 januari 1703 werd het volgende door Jan Pietersz. de Jager geveild, “Een sterke...veersager en tabakstampers moole genaemt de Koodt c.a. staende tot Koogh ten suijden de lindeboom en ten noorde de molen de mock.” Abraham Luijcasz. deed een bod van Fl.700,-, dit werd echter te weinig bevonden waarna de veiling werd gestopt. Een week later probeerde Jan de Jager het nogmaals. Dit keer werd de molen voor Fl.750,- gekocht door Pieter van Broek. Er kleefde echter nog een voorwaarde aan deze verkoop, Jan de Jager verplichtte zich om binnen korte tijd een windbrief voor De Koot aan te vragen. Deze windbrief werd hem op 20 april verstrekt.
De Koot zou niet erg lang bestaan. In de avond van 10 augustus 1709 trok er een zwaar onweer over de Zaanstreek. Tijdens dit onweer werd De Koot door de bliksem getroffen en vloog hij in brand, waarna de molen volledig werd verwoest. Er volgde geen herbouw.