trivia
Dordrechtsche Courant zo/ma 23/24 aug. 1885:
"De heer K.D. Azn te Westzaan, ging met een zijner zonen en eene dochter naar de onlangs door hem aangekochte oliemolen "De Duynmeyer", om dien te bezigtigen. Bij een oliebak gekomen, is de zoon daarin afgedaald, naar men zegt, om het deksel, dat in de bak was gevallen, naar boven te halen. Daar hij niet terugkwam, klom ook de vader af, doch keerde evenmin weder. Beiden zijn, daar de bak lang gesloten was geweest, bedwelmd geraakt, en, hoewel op het geroep der dochter spoedig hulp werd geboden, zijn beiden levenloos naar boven gehaald."
Jaap de Vries.
-----

"Verbantacte

Wij Claas van der Wal, schout tot Westzanen ende Croemmeie, Gerrit Heijndericxsz & Jan Luijtsz Timmerman, schepenen tot Westzaenen doen condt alle luijden dat voor ons gecomen & gecompareert is Cornelis Willemsz onse buijrluijde woonende inde Crabbelbuurt ende verclaerde ons mits Jan Willemsz sijn broeder overleden is, dat die heeren van de Reeckeninge sijn broeder verleent hadde die gerechtigheijt van de wint tot een olijmolentgen dat hij gestelt heeft tot Wesstsaene in de Crabbelbuijrt belent ten noorden Claes IJsbrantsz & ten zuijden Pieter Jacobsz onder de erffpagt van twee carol(us). guldens & tien stuijvers blijkende tot xx stuijvers vrij gelt & danderde conditien van heijninge, naestinge & anders breder blijkende inde brieve daervan zijnde in dat den xxv november xvj xxxij (1632 - r.c.) mitsgaders tot verseeckeringe van voorsz erffpaghte jaerlijx tot comptiore van den rentmr. generael van kennemerlandt & westvrieslandt indertijt wesende wel ende behoorlijck te betaelen op kerstmis waervan op kerstmis Ao xvj xxxiij (kerstmis 1633 - r.c.) teerste Jaer erffpacht verschenen was ende soo voorts van jare tot jare ende tverder inhoude nae te come tot eene specialen hypoteque ende verbint bij desen den voorsz oolijmole ende erff omme alle gebreecken daer aen te moge verhaelen en met alle regten ende regtens.

Toirconde heb ïck schout voorsz desen brieff beneffens schepenen ondergeteijkend & volgens mijn seegel hijer beneden angehangen op te xxvj Aprill Ao xvj xxxiv (26 april 1634 -r.c.).

C, Oosterhoren sets
Westzaenen"

Bron: NL-ZdGAZ_OA-0008_1651_0014.