Na de verwoestingen van 1570 werd de Polder Callantsoog pas weer opnieuw bedijkt krachtens octrooi van 13 maart 1612.
De Polder Callantsoog bevatte vanouds vier onderscheidene polders, te weten:
- de Uitlandsche polder
- de Jewelpolder
- de Zandpolder
- de Boskerpolder
Drie polders lieten hun water natuurlijk aflopen op de Schermerboezem, alleen de Boskerpolder had een molen.
In 1910 werd een dieselgemaal gesticht om de gehele polder Callantsoog van infiltratiewater te voorzien. Het werd zodanig gesitueerd, dat het tevens gebruikt kon worden om de Boskerpolder uit te malen door het openen en sluiten van schuiven.
Kort na 1910 werd de molen buiten bedrijf gesteld en naderhand gesloopt. Niets herinnert meer aan de molen, behalve ondergrondse restanten en de nabijgelegen, nog bestaande, molenaarswoning Helmweg 30.
In 1936 werd een gedeelte van de Zand- en van de Boskerpolder bemalen door een ruwoliemotor van 30 pk met centrifugaalpomp, opbrengst 30 m3 per minuut, uitslaande op de ringsloot.
Bronnen:
- "De zeeweringen en waterschappen van Noordholland", Mr. G. de Vries Azn., 1864.
- "De zeeweringen en waterschappen van Noordholland", derde uitgaaf, D. Kooiman, 1936.
- "De molen van de Boskerpolder", art. door wijlen J.J. Brugman, in "De Clock van Callens-Ooghe", juni 1991, pag. 38-40.
-----