- bouwjaar
- verdwenen
-
verbrand
- voorganger
- geschiedenis
-
De molen werd herbouwd door Jan Karsten na brand als een forste stellingmolen met woonruimte in de molen. De molen is op 1 Augustus 1856 in gebruik genomen door molenaar Hendrik Toet, die in de molen woonde.
15-08-1856: Provinciale Overijsselsche en Zwolsche courant : staats-, handels-, nieuws- en advertentieblad
Meppel, 13 Augustus. De kapitale korenmolen van den heer J. Karsten alhier , genaamd de Kinkhorst, die, nog geen jaar geleden, geheel is afgebrand, en nu pas geheel nieuw was herbouwd, zoodat met den 1 dezer daarop het malen was aangevangen , is gisteren namiddag omstreeks te 4 uren in slechts weinige oogenblikken met alles wat er zich op bevond andermaal eene prooi der vlammen geworden; voorts is eene in de korte nabijheid staande groote schuur met hooi door de vlammen vernield. Gelukkig was alles voor slechts eenige dagen verzekerd. De oorzaak van dezen brand wordt even als het vorige jaar toegeschreven aan het niet behoorlijk smeeren der as.
Op 13 Augustus 1856 brandde de molen opnieuw af, onder verdachte omstandigheden, zodat de burgemeester de Officier van Justitie daarover inlichtte. De molen werd niet herbouwd.
Bij de aanleg van de waterleiding in de Kinkhorststraat werden zware molenstenen aangetroffen, die van één der Kinckhorstermolens afkomstig zullen zijn geweest.
Bron Nieuwe Drentsche Volksalmanak 1968, blz. 75.
jnjv