In het jaar 1299 werd door Hertog Jan II van Brabant aan zijn Leenman Arnold Heym verlof gegeven om op de plek waar St. Oedenrode, Veghel en Schijndel aan elkaar grenzen een windmolen te bouwen.
-----
In 1299 verleende Jan van Brabant aan zijn vazal Heijme het recht om een molen te plaatsen, zulks tot vermeerdering van het leen, en tevens het erfelijk recht van de vrije wind. De molen werd geplaatst nabij Sint Oedenrode. Tot op heden is dit een van de weinige betrouwbare meldingen van een windmolen vóór 1300, A. Bicker Caarten waren er negen in Nederland bekend.
Bron: "De oudste molen van Sluis, getij-molen of tóch windmolen?", J.J. Lambert, Jaarboek 1965/1966, Heemkundige Kring West Zeeuwsch Vlaanderen.
-----
Deze standerdmolen was één van de voorgangers van Molen van Everswijck later genaamd de Molen Hertog Jan van Brabant was een halfgesloten molen, hij verbrandde in 1912.
Hoeveel voorgangers deze molen precies heeft gehad, is niet bekend.
-----
Eigenaar voorheen Sevens, later Buijs.
Afgebrand 1905, ter plaatse werd de molen van Huisseling uit Langenboom herbouwd.
Bron: archief Ten Bruggencate.
We hebben vastgesteld dat de Koeveringse molen in 1912 afgebrand is. Volgens ons was dat niet in 1905, daar zijn bewijzen voor.
Mari van Kasteren, 7 okt. 2008.
-----
De Koeveringse molen brandde af op 8 juli 1912, zoals o.a. gemeld in de Tilburgse courant van die datum
Erik Stoop, 3 jan. 2016.