bouwjaar
verdwenen
verbrand
geschiedenis
Op het bolwerk de Westerbeer, waar voorheen een standerdmolen stond, stond de achtkante stellingmolen De Beer.

De nalatenschap van Jan Cornelisz van der Belt, alias Korenmolenaar en Van Warmenhuijsen, gedateerd 20 aug. 1722. De vier dochters, Annetje, Neeltje, Catharina en Barbara hielden aanvankelijk samen de gehele erfenis in bezit. Nu moest er onder de kleinkinderen verdeling in vier porties plaatsvinden van de drie korenmolens, alle staande bij de Haarlemmerpoort op drie bolwerken ten noorden van die poort. De Beer stond op het 1e bolwerk, De Varrevanger ofwel De Vervanger op het 2e bolwerk en De Block [De Bok] op het 3e bolwerk.
Bron: Stadsarchief Amsterdam.
Ron Römer, 1 maart 2023.

Een akte van 31 januari 1743 vermeldt dat Barent van Mulligen een kwart aandeel in korenmolen De Beer kocht van de weduwe van Jan Potjes. Uit een akte van 23 december 1743 blijkt dat Barend van Mulligen meester molenaar was, en dat zijn twee mede-eigenaren voornemens waren per 1 mei 1744 een andere meester molenaar te benoemen. Dat zal, gezien onderstaande, niet zijn doorgegaan.
Op 29 maart 1747 benoemde Adrianus Knipscheer, meester molenaar op de korenmolen De Swaan buiten de Weteringspoort (Tenbruggencatenummer 06493 t), Barent van Mulling, meester molenaar op molen De Beer op de Schans bij de Haarlemmerpoort, tot voogd van zijn kinderen.
Bronnen: Stadsarchief Amsterdam, toegang 5075, inv. 10035, pag. 329; toegang 5062, inv. 117, pag. 89; toegang 5075, inv. 10111, pag. 545
Arjen Lobach, 29 april 2022.

Algemeen Weekblad 18 juli 1855:
"Amsterdam, 11 Julij. De molen de Beer bij de Willemspoort is heden nacht door den bliksem getroffen, doch weinig beschadigd. Te gelijker tijd is een paard doodgeslagen en een knecht getroffen, die daarbij het gehoor verloren heeft."

Op 18 september 1861 brandde deze korenmolen af.