Ten westen van het dorp Schipluiden staat al sinds eeuwen een korenmolen. De molen dankt zijn naam aan de karpers die bij molen paren en kuit schieten.

De voorganger van de huidige molen brandde op 2 februari 1945 af. In zijn plaats kwam, eerst in 1950, uit Leimuiden de daar in 1772 gebouwde korenmolen De Jonge Pieter. Die molen had op zijn oude plaats geen werk meer en alle instanties kwamen met elkaar overeen dat deze zeer fraaie, uit een ruime beurs gebouwde en goed onderhouden molen in Schipluiden een nieuwe toekomst mocht krijgen. Aldus werd dit een van de laatste molens van Nederland die om economische redenen is verplaatst.
Te Schipluiden maalde molenaar De Willigen, later opgevolgd door Van Leeuwen, met deze molen hoofdzakelijk veevoeder.

In 1991 onderging de molen een grote restauratie. Hierbij heeft men onder meer nieuwe roeden gestoken.

In de molen wordt nog altijd gemalen, zij het niet meer op windkracht. De molen heeft wel nog steeds de sfeer van een ouderwets maalbedrijf. Door de opvallend hoge stenen voet is het mogelijk, met een kleine vrachtwagen tot in de molen te rijden.
In 2004 zijn enige silo's uit de molen verwijderd.

In de loop van 2003 werd nieuwbouw tegenover de molen voltooid; deze heeft gelukkig niet of nauwelijks effect op de windvang en beleving van de molen. Men hield ook zorgvuldig rekening met de molen: het wijkje is 'getrapt' gebouwd, d.w.z. het dichtst bij de molen lage woningen zonder verdieping en helemaal achteraan huizen met één of twee verdiepingen. De nieuwe wijk kreeg straatnamen die verband houden met molens.