- bouwjaar
- verdwenen
-
afgebroken
- geschiedenis
-
Theunis Claasse Mastenbroek kocht deze molen op 15 mei 1726 van de erven Hemme Tamesz. De kwijtschelding staat in Stadsarchief Amsterdam. Als locatie wordt hier de Hogendijk (Spaardammerdijk) vermeld.
Boedelinventaris van 2 juni 1756 van Theunis Claasse Mastenbroek, bewoner en eigenaar van een (naamloze) mosterdmolen buiten de Haarlemmerpoort: Stadsarchief Amsterdam. Theunis was op 24 april 1756 begraven.
De erfgenamen van Teunis Claasse Mastenbroek (feitelijk zijn enig overgebleven kind Jacob Mastenbroek) verkochten de molen op 18 mei 1768 aan ene Jacob Lodewijk. De kwijtschelding staat op Stadsarchief Amsterdam (Arjen Lobach, 10 juni 2022).
Amsterdamsche Courant, 16 juni 1778:
“De weduwe Lenard de Vos, woonende even buiten de Haarlemmerpoort aan den Hoogendijk in de mosterd en chocolaadmoolen, genaamd de Zeeuw, continueerd het maalen van het beste bruine scheepsmostert, brand en maalt ook voor chocolaadmaakers en winkeliers. Er zijn bij dezelve te bekomen alle zoorten van gemaakte chocolaad in kleine en groote koekjes van 1 tot 5 à 6 pond, ook zwaarder. Maald ook gebrande coffyboonen …."
De molen was in 1776 gebouwd [herbouwd?] en werd op 18 november van dat jaar geveild (bron: Amst. Crt., nov. 1776.
15 februari 1790 was zij opnieuw in veiling (Amst. Crt., 2 feb. 1790).
29 september 1791 boden Willem van Cleeff en Christaan Mooseker aldaar hun diensten aan alle fabriceurs aan om van 100 pond cacao 80 pond chocolade te malen voor ƒ 4½, ook deze laatste in vormen te gieten.”
Bron: Gegevens over de Nijverheid van Amsterdam, bijeengelezen uit advertenties in de Amsterdamsche Courant 1667-1794 door Dr. Leonie van Nierop. 28e Jaarboek (1931) Amstelodanum, blz. 154.
Algemeen Handelsblad, 22 mei 1854:
"Op Dingsdag den 6den Junij 1854, des Avonds na Half Zes Ure, in het voormalig Oude Zijds Heeren-Logement, ten overstaan van de Notarissen J.G. Pouw en J. De Man, Verkoopen: De van ouds gerenommeerde, gunstig gelegen CHOCOLAADMOLEN, genaamd DE ZEEUW, met deszelfs Vaste en Losse GEREEDSCHAPPEN en annexe HEERENHUIZEN en verdere GETIMMERTEN, staande op Stads- en Rijnlandsgrond, buiten de Willemspoort, aan den Hoogen- of Spaarndammerdijk, Buurt WW."
Op de in M.V.A.I gegeven afbeeldingen ziet de molen er anders uit (tekening H.M.J. Misset).
De schrijver geeft als bouwjaar 1767, en vermeldt dat de molen een voorganger had, die bij een overstroming verwoest was.
De molen, die sinds 1871 bij chocoladefabriek Korff hoorde, werd afgebroken in of na 1875, het jaar waarin een stoommachine werd geplaatst.
Bron: M.v.A. I.
-----
In een artikel van mr. J.H. v.d. Hoek Ostende over chocolaadmolens in Amstelodamum Jb.71 pp.65-78 (1979) stelt deze dat het bestaande mosterdmolentje aan de Spaarndammerdijk buiten de Haarlemmerpoort in 1778 de naam De Zeeuw kreeg toen het ingericht werd tot chocolaadmolen.
Dat zou betekenen dat de molen daarvoor anders heette. Een naam als "De Zeeuw" was verbonden aan Zeeland en de tot in de 18e eeuw door Zeeuwse bedrijven gedomineerde chocoladefabricage.
De molen was twee jaar daarvoor geheel "herbouwd", wat inhoudt dat vóór 1776 op die plek inderdaad een molen stond.
Even verder in hetzelfde artikel stelt V.d. Hoek Ostende, net als dr. Van Nierop, dat er door elkaar cacao, specerijen (waaronder nog steeds mosterd) en gebrande koffiebonen gemalen werden. De prijs voor gemalen cacao was niet altijd even aantrekkelijk, zodat uitgeweken werd naar lucratiever maalwerk.
Theo Bakker, 21 mei 2013.
-----
In 1765 en 1804 werd ƒ 1,10 windgeld betaald voor dit Chocolaad-Molentje, eerder 't Mostartmolentje. Onder eigenaren wordt Christiaan Moseker vermeld.
Bron: "De molens van Amsterdam", G.J. Honig, 1929, blz. 158.