bouwjaar
1810 verbrand en herbouwd
verdwenen
1876 onttakeld 1877 verbrand
geschiedenis
In 1661 waren aan de noordzijde van de Overtoom … zes korenmolens opgericht.: … Aanvankelijk waren het standerdmolens, maar in de achttiende eeuw werden deze door bovenkruiers vervangen.

Deze molen was de eerste op rij aan de Stadsgracht.

Windgeld 1808 aantekening: geen windgeld verschuldigd, wegens privilege van Aelbrecht van Beyeren 6 augustus 1399.

De molen was in 1855 uitgerust met een stoommachine van 30 pk. De kap van de molen werd met zink bedekt, i.v.m. de schoorsteen van de toen geplaatste stoommachine.
Sinds 1873 als houtzagerij gebruikt

In 1876 werd de molen onttakeld, hij verbrandde op 27 mei 1877.

Bron o.a.: "De molens van Amsterdam in oude ansichten deel 1", J.H. van den Hoek Ostende.
-----

Deze molen zal gebouwd zijn in of na 1810, daar de molen op 27 augustus 1810 tot de grond afbrandde. Niet alleen de molen brandde af, maar ook enige huizen, waaronder dat van de molenaar.
Bron: Leydse courant, 31 aug. 1810.
Erik Stoop, 6 dec. 2016.

Courrier van Amsterdam, 29 augustus 1810

Gister avond, omstreeks tien uren, barstte boven deze stad een woedend onweder uit. De bliksem sloeg in den roggemolen de Rosenboom, toebehoorend aan Hendrik Schuurman en aan de weduwe Pieter van der Wiel, staande op den Overtoomschen weg. In een oogenbjik nam de brand zoodanig de overhand, dat de molen in minder dan een uur verteerd was. Drie huizen, bij hetwelk dat van den molenaar zich bevindt; zijn zeer zwaar beschadigd. Het was niet mogelijk, de woede der vlam te stuiten. De schade is zeer aanmerkelijk; onder anderen zijn 450 zakken rogge door het vuur zoo verteerd als beschadigd geworden ; de paarden ; die onderin den molen stonden , zijn gelukkig gered. De regen, die bij stroomen nederviel, en waar door het water in verscheiden huizen liep, was echter waarschijnlijk oorzaak, dat er geen meer ongelukken gebeurd zijn.

Vriesche courant, 31 aug.1810

Den 28 van Oogstmaand. Gisteren avond hadden wy alhier van zeven tot snachts twaalf uren een onophoudelyk Onweder, het welk met zulke zware donderslagen gepaard ging, als men ooit by Menschen geheugen gehoord heeft; de Bliksem die zonder tuschenpozingen aan het firmament flikkerde, vloog met een forschen donderslag op, in en door de Korenmolen de Rosenboom, buiten de LEydsche Poort, voor aan op de Overtoomschen Weg, en wel zo spoedig, dat in vyf minuten de geheele Molen in volle vlam stond, en tot op den grond afbrandde; hoe spoedig men in dit aklig en bedroefd weer 25 á 30 Spuiten ten eersten naar buiten zag snellen, om de nodige hulp te verlenen, zyn er echter nog verscheiden Huizen zeer beschadigd.