De Noordeindermeer (188 ha) werd drooggemaakt krachtens octrooi der Staten van 26 juli 1631, de onderneming schijnt echter niet voor het jaar 1644 te zijn aangevangen.
Hij is gelegen binnen de Eilandspolder, zodat de molens uitmaalden op het Eilandspolderwater. Door een grondduiker werd ook de Sapmeer, ten zuiden gelegen, door de molens van de Noordeindermeer meebemalen. Beide polders moesten daarom bijdragen aan de kosten van de Westermolen van de Eilandspolder (Tenbruggencatenummer 00161 a).
In het kadaster 1811-1832 komt de zuidelijke molen (Tenbruggencatenummer 08710) niet meer voor, mogelijk heeft dat met de vervijzeling van de noordelijke molen te maken. Op de kaart van 1892 staat op de plek van de molen een stoomgemaal aangegeven, tevens staat de noordelijke molen er dan nog op.
In 1936 had de Noordeindermeer een draaistroom-elektromotor van 50 pk met centrifugaalpomp. De Sapmeer had toen een eigen bemaling middels een windmotorinstallatie, vanaf 1933 versterkt door een ruwoliemotor van 9 tot 10 pk.
Bronnen:
- "De zeeweringen en waterschappen van Noordholland", Mr. G. de Vries Azn., 1864.
- "De zeeweringen en waterschappen van Noordholland", derde uitgaaf, D. Kooiman, 1936.