bouwjaar
verdwenen
geschiedenis
In mei 1280 kreeg Nicolaes van Subburgh van het kapittel van St. Marie te Utrecht de tienden van Blokweer en de landen gelegen tussen Alblas en Vinkenland. Enkele maanden later, op 24 september van hetzelfde jaar, kocht Nicolaes het gehele ambacht Alblas van Dirk van Teylingen. Van Subburgh die enige tijd het ambt van baljuw van Zuid-Holland bekleedde, stamde uit een invloedrijk Zeeuws geslacht.
In het naar hem genoemde poldertje, gelegen in een meander van het riviertje de Alblas, bezat hij een burcht of versterkte woning; het hof Souburg.
Het is niet bekend wanneer in het poldertje voor het eerst windbemaling werd toegepast.

In elk geval werd op de proceskaart van 1542 ter plaatse van de huidige molenal een molen aangegeven, vrijwel zeker een wipmolen.

Enkele tientallenjaren later, in 1606, verhuurde Anna van Oudheusden als ambachtsvrouwe van Alblasserdam aan Gheen Meliszn. het hof Souburg met de daarbij behorende landen, genaamd de Kleine Nes en de Noord.
Aan de verplichtingen die de huurder aanging, behoorde ook het onderhoud van de molen. Grote onderhoudskosten aan bijvoorbeeld de assen, het ijzeren scheprad en de waterlopen, kwamen ten laste van de eigenaresse.

1945 buiten bedrijf, het poldertje wordt nu bemalen dooreen centrifugaalpomp, die wordt aangedreven door een elektro-motor. Tekst: Nelly Sonneveld