bouwjaar
verdwenen
verbrand
geschiedenis
Polder Molenaarsgraaf/Oosteindse watermolen/Kerkmolen

Op 24 november 1588 werd in een vergadering van het plaatselijk bestuur besloten tot de bouw van een nieuwe Kerkmolen [...] alsoe de ouwe nyet doegt’.

1668-1711
Bron: Stadsarchief Rotterdam
1365: Memoriën van de defecten bevonden aan de nieuwe Oostendse wipwater-molen of verlaatmolen en voorslagen van accommodement daarop.

Het bij de sloop vrijgekomen balkhout werd kort daarop verwerkt onder de fundering van een nieuw te bouwen toren aan het schip van de Nederlands Hervormde kerk van Molenaarsgraaf.
Het bovenhuis en de koker van de wipmolen werden in 1725 vervangen.
Op 5 januari van dat jaar werd de ingrijpende herstelbeurt in het openbaar aanbesteed.
De molen werd in het bestek aangeduid als de ‘Oosteyndse watermolen’, dus als tegenhanger van de tweede molen van de polder, de Westeindse Molen.
Volgens het bestek moest onder de hals van de bovenas een ‘betste voor de molenaer’ worden gemaakt.
Molenmaker Aalbert Crul die het karwei voor f 1.440 aannam, moest de nieuwe koker en het nieuwe bovenhuis binnen vijf weken hebben geplaatst.
Op 23 augustus 1843 brandde de wipmolen door blikseminslag af

*Dordrechtsche Courant 22-08-1843
Gisteren namiddag tusschen drie en vier ure heeft er over een groot gedeelte van den Alblasserwaard een hevig onweder gewoed, waarbij de bliksem is geslagen in den watermolen van den polder Molenaarsgraaf. De molen is geheel afgebrand, doch niemand heeft, voor zoo ver men weet,daarbij eenig letsel bekomen.

Informatie van Jaap de Vries, 4 maart 2009

De molen is herbouwd als een rondstenen grondzeiler