- trivia
- *) De vlucht van de molen was 23 el 8 palm. De el werd oorspronkelijk lokaal vastgesteld, maar sinds 1725 werd de Haagse el gebruikt, 69,4 cm. In de nabijheid van Harlingen bestond echter ook de Workumse el van 70,9 cm. In het algemeen is 0,7 m dan een goede benadering. Er bestond een kleine palm (ca. 3 cm) en een grote palm (ca. 9,6 cm). Hier zal de kleine palm bedoeld zijn, want 8 grote palm is langer dan 1 el. De vlucht bedroeg dus ongeveer 23*0,7+8*0,03= 16,34 meter, maar met een onzekerheid van 1 tot 2 decimeters.
Bron: onbekend.
NB In de 19e eeuw was het ook gebruikelijk om 'el' te schrijven waar 'meter' werd bedoeld.
-----
Provinciale Drentsche en Asser courant, 11-08-1857
Te Harlingen brak, volgens de Leeuw. Ct., woensdag namiddag een hevig onweder los Na eenige donderslagen, begon eensklaps de lucht hevig le werken en stak er een storm op, zooals men er dien zelden ondervond. Te gelijker tijd trok een windhoos in de nabijheid van den Steenen Man, uit zee, over den zeedijk en ontlastte zich daar gedeeltelijk van water en slingerde de planken van eenige stapels bij den houtmolen van den heer Posthuma tot 100 voet hoog in de lucht.
Vervolgens werden de plateel-bakkerij en de knechtswoningen van den heer v. Hulst beschadigd; het grootste deel der pannen van de pannen-estrik-fabriek van den heer Fontein Tuinhout weggenomen, en de zwichtstelling van een rijstmolen van den heer Hannema weggeslagen, zoodat de planken ongeveer 200 ellen verder op den straatweg nedervielen. Daar trok de hoos over de Bolswardervaart en sloeg de houtschuur van den heer Bijlsma plat tegen den grond; brak de zwichtstelling van den houtmolen van den heer Beitschat en spleet de wieken; ligtte wat verder een rijtuig vanden straatweg en wierp dit in de ringsloot, zonder iets te breken, zoodat de reizigers, die juist vooraf van het rijtuig waren gesprongen, weldra ongehinderd hunnen weg konden voortzetten. Nu nam de hoos meer de rigting naar de buurt van Almenum, beschadigde aldaar vele fabrieken en verscheidene woningen. schudde den houtmolen van den heer S. van de Wint, onder Midlum, zoodat deze dreigde in of om te storten, nam eenige honderde pannen van de houtschuur mede, en brak de helft der zwichtstelling van den hout- en roggemolen van den heer T. van Arum af. In de nabijheid bevond zich de trekschuit van Hariingen op Leeuwarden, die letterlijk eenige malen in het rond slingerde, terwijl een diep geladene turfschuit mede rondzwaaide Het meest van alles ondervond het bijna voltooide kalkleschhuis, met daarin begrepen knechtswoning, bij de kalkbranderij van den heer A. Hoek. de kracht van hel natuurverschijnsel. Het geheele gebouw is bij den grond afgeslagen en in een puinhoop verkeerd. Nog werden aldaar een schuur en watermolen omgeworpen en liet tolhuis aan de vaart geweldig beschadigd. Tot op een half uur afstands van Hariingen heeft de hoos dus vreeselijk gewoed, en slingerde nog een paar rijtuigen van den straatweg van Harlingen op Leeuwarden. Terwijl dit gebeurde was te Hariingen het onweder zoo hevig, dat er tusschen half 5 uur tot tien minuten daarna geen seconde was, waarin de donder niet gehoord werd Gelukkig was het onweder hoog in de lucht en neen het aldaar geene schade aangerigt. —