Het Wad was een drassig gebied in de Kaagpolder (Neskaag en Neerkaag), dat gebruikt werd om boezemwater van de Schagerkogge op te slaan wanneer er bij Kolhorn niet gespuid kon worden.
In 1625 werd octrooi verleend om het Barsingerhorner deel van Het Wad te bedijken, de molen sloeg uit op de Bansloot. Door de boezemverkleining ontstond vaak wateroverlast bij de huizen langs de Dijksloot in de Kaagpolder. Pas met de aanleg van de drie Schager strijkmolens bij Kolhorn in 1738 werd dit probleem afdoende verholpen.
Bron: Van Rentersluze tot strijkmolen, Jan Beenakker, 1988.
-----
Bemaalde waarschijnlijk lagere gedeelten van de Kaagpolder voor particuliere doeleinden.
Bron: archief Ten Bruggencate.
-----
De molen staat niet op de kadasterkaart 1811-1832, wel op de TMK van 1864 en waterstaatskaart van 1867, niet meer (duidelijk) op de waterstaatskaart van 1901.