In 1673 werd voor 4000 caroligulden Wietse Heerts de nieuwe eigenaar van de standerdmolen. Rond deze tijd moet de molen een keer verplaatst zijn.

In 1708 hield Heerts ermee op en verkocht de zaak aan Jan Cornelisz Storm: een huis een gortmakerij int zelve, een koornwindmolen, het land, een peert, twee koejen een hokkelingh een wagen, de gortbak en een dongdam, te zamen voor 3125 gulden. In ruil voor al zijn bezittingen kwam Heerts in 1718 met een echtpaar overeen hem de rest van zijn leven te verzorgen.

Ondertussen probeerde Jan Cornelis Storm in 1711 de molen te verkopen aan Marten Harmensz Tromp, maar zijn zwagers Rinse en Siltje Ymckes verzochten en kregen op 11 oktober naasting op de koop. Hierdoor verkregen zij de molen voor 3125 gulden, waarbij Jan Storm beloofde een nieuwe trap aan de molen te leveren en het huis achter wat op te knappen.

In 1876 werd in de directe nabijheid de opvolger, de bestaande bovenkruier, gebouwd, afkomstig van de Dellewal (Tenbruggencatenummer 06505 k). Pas in 1888 verdween de standerdmolen, gedurende die tijd stonden ze dus naast elkaar.

Bronnen:
- Het molenbestand in Friesland, een overzicht van het aantal der industriemolens in Frl. tot 1900, art. door drs. D.M. Bunskoeke in De Utskoat nr. 40, dec. 1985.
- De molen van Formerum, art. door J. van Dieren in De Utskoat nr. 49, maart 1988.
- archief Bunskoeke.