trivia
MOLENS NOORDERKWARTIER TEN PLATTELAND 1755
Verdeeld naar hun gequoteerde omzet per jaar 1 juli - 30 juni *

- Tot 500 per jaar : Limmen, Heiloo, Zijdewind, Aartswoud
- Boven 500 tot 1000: Castricum, Akersloot, Bergen, Schoorl, Ursem, Koedijk, St. Pancras, Winkel, Groot-Schermer, Schermerhorn, Wijdenes, Binnenwijzend, Beets, Schellinkhout, Grosthuizen, Hauwert, Bobeldijk, Benningbroek
- Boven 1000 tot 1500: Petten, St. Maarten, Nieuwe Niedorp, Oude Niedorp, Wieringerwaard, Hensbroek, Venhuizen, Kwadijk, Wervershoof, Abbekerk, Hoogwoud
- Boven 1500 tot 2000: Warmenhuizen, Spanbroek, Bovenkarspel, Oosthuizen, Midwoud
- Boven 2000 tot 2500: Uitgeest, Oterleek, Barsingerhorn-1, Barsingerhorn-2 (op de Tin), Nieuwendam, Ilpendam
- Boven 2500 - 3000: Egmond, Graft, de Bangert, Grootebroek, Hoogkarspel, Landsmeer, Broek in Waterland, Ransdorp
- Boven 3000 - 3500: Noord-Scharwoude, Schagen, Zijpe
- Boven 3500 tot 4000: Beemster
- Boven 4000: Den Helder/ Huisduinen, De Rijp

* Zie H. Schoorl, "De Langedijker korenmolen en zijn eerste eigenaar", in W.F.0.N. 1981, blz. 25-57.
Bron: "Molenaars in de Zijpe in 1674 en 1742", art. door J.T. Bremer in Zijper Historische Bladen 01-1984.