bouwjaar
verdwenen
verbrand
geschiedenis
De Posthoorn werd gebouwd in 1694. Op 20 juni van dat jaar kreeg Teunis Oosterhoorn uit Haarlem, de windbrief voor deze pelmolen uitgereikt. Jaarlijks moest Oosterhoorn een bedrag van 12 carolusguldens aan windgeld betalen. Op 8 maart 1695 werd Oosterhoorn ook de bij de windbrief horende verbandbrief uitgereikt. Met deze verbandbrief gaf Oosterhoorn de molen in onderpand, wanneer hij zijn betalingen aan de kroon niet kon voldoen.
Net als bij veel andere molens in die tijd was de Posthoorn opgedeeld in aandelen. Woordvoerder van de aandeelhouders, Jacob Koningh, liet de molen op 1 januari 1707 tegen brand verzekeren in een assurantiecontract.
Op 24 januari 1721 verbrandde de Posthoorn door onbekende oorzaak. Jacob Koningh ontving van de verzekering op 6 februari een bedrag van Fl.1800:4:0, voor “de geleden schade wegens het affbranden van de molen de Hoorn”. De molen werd hier per abuis de Hoorn genoemd, dit was echter een andere molen. Jacob Koningh liet de Posthoorn herbouwen.

Bronnen:
- “de Zaende” 5e jaargang 1950 blz. 80
- “Duizend Zaanse Molens” P. Boorsma 1968 blz.237-238
F. Rol.