bouwjaar
verdwenen
verbrand
geschiedenis

Eigenaar: Pieter Janties Mzn.
Bron: archief Ten Bruggencate.
-----

14-07-1819: Nederlandsche staatscourant 

Te Rijp, in Noord-Holland, heeft zich het onweder van laatstleden donderdag geducht doen voelen. Bij de eerst opkomende bui trof de bliksem den hennipmolen de Liefde; dezelve geraakte dadelijk in brand. (Hij stond op dezelfde plaats, waar de molen was, die, in den noodlottigen avond van den 6den januarij 1654, door het onweder in brand geraakt zijnde, den grooten brand, welke de geheele plaats in de asch legde, een begin deed nemen.) Het onweder sloeg nog op twee andere plaatsen in, doch zonder brand te stichten. De spuiten werden dadelijk te water, naar den molen gezonden, doch de pogingen, om denzelven te behouden, waren vruchteloos; hoewel het gelukte den verderen voortgang van het vuur te stuiten. Na eene korte verpozing van het onweder, zag men op eens drie buijen, uit het Oosten, Zuiden en Westen tegen elkanderen opkomen, welke al spoedig regt boven deze plaats losbraken. De stralen en slagen volgden alstoen elkander op eene zeer geduchte wijze, verzeld door een onttzettenden stortregen. De lucht was verstikkend, als het ware, met zwavel-dampen vervuld, en de persing van tijd tot tijd zoodanig, dat een deel der spuitgasten, welke van den brand terug keerden, dikwerf tegen den grond, of de muren der huizen, werd geworpen. Alstoen heeft de bliksem zes of meer huizen getroffen, doch gelukkig, zonder brand te veroorzaken, daar men aan het terugbrengen der spuiten op dat oogenblik niet konde denken. De toestand der lieden, welke bij de spuiten waren gebleven , was zeer gevaarlijk, daar de bliksem gedurig rondom hen in het land nedersloeg. Deze toestand heeft zeker meer dan een halfuur geduurd ; de oudste lieden dezer plaats herinneren zich niet, ooit zulk een verschrikkelijk onweder te hebben bijgewoond. (Haarlemche Courant.)


08-06-1819: "Brand en brandbestrijding in De Rijp"

Op 8 juni 1819 verbrandde de hennepklopper 'De Liefde' in De Rijp tijdens een verschrikkelijk onweer. 


Op de verzamelkaart van De Rijp uit 1817, onderdeel van de eerste kadastrale kaart van De Rijp, wordt de molen waarschijnlijk nog weergegeven met een rond grondplan. Op de waarschijnlijk wat latere minuutkaart van sectie C is de molen echter niet meer weergegeven, maar lijkt uitgegumd te zijn van het trapeziumvormige perceel 65 (er zijn wat smoezelige vlekken achtergebleven tijdens het uitgummen). Dit lijkt in lijn met de verbranding van De Liefde in 1819. Perceel 65 wordt dan ook aangemerkt als de voormalige standplaats van deze molen.

Het perceel nr. 64 ten zuiden van nr. 65, was in 1832 nog eigendom van de erfgenamen Cornelis Kos (waarschijnlijke nazaat van Abraham Kos, zie onder). Dat wil echter niet zoveel zeggen. De erfgenamen van Cornelis Kos hadden vrij veel gronden in bezit in sectie C.

De coördinaten van de molen zijn gebaseerd op het verzamelplan uit 1817. De waterlopen en eilandjes uit 1817 zijn in de huidige situatie zijn nog goed herkenbaar. De voormalige standplaats van de molen is dan ook redelijk nauwkeurig te bepalen ongeveer ter plaatse van de huidige kruising van Driemaster en Sloep.