bouwjaar
verdwenen
verbrand
geschiedenis

In 1544 had de Castricummer polder nog geen watermolen. Op een opmetingskaartje door landmeter Pieter Bruins uit 1584 staat de molen wel aangegeven, alsmede op een kaart van 1598.

Uit 1613 is bekend dat de molen toen in bedrijf was, alleen moest toen de watertoevoer nog in orde gebracht worden. Er is zelfs een vermelding van twee achtkante molens, maar daarover zijn nog geen details gevonden.
Uit de jaren 1769 tot 1793 zijn vanwege het polderbestuur vermeldingen bekend van onderhoudswerkzaamheden aan de Rijn, de toevoersloot naar de molen, die later de Hendricksloot heette. Op oude kaarten is sprake van de Rijn en ook de Oude Rijn, mogelijk houdt dit verband met een lang geleden in onbruik geraakte noordelijke uitstroom van de grote rivier de Rijn. 

De voorganger van de huidige molen was een vijzelmolen die reeds in 1864 De Dog of de Dogmolen werd genoemd. In 1893 werd ter versterking van de bemaling naast de molen een gemaal gebouwd, met een Cornwall-ketel met verwarmingsoppervlak van 24 m2 en een horizontale stoommachine die een vijzel met 1,55 m diameter aandreef.

Op 6 december 1895 voltrok zich een ramp: tijdens hevig noodweer sloeg de bliksem in en de molen brandde geheel af. Twee dochters van molenaar Klaas Ooijevaar kwamen hierbij om het leven. Bij ditzelfde noodweer sloeg ook de bliksem in bij de op korte afstand staande Dorregeester molen; die brandde eveneens geheel af en ook daar kwam een molenaarsdochter om. Voorts viel een voorbijganger van schrik dood neer.

Advertentieblad, 13 dec. 1895:
"De watermolen van den Kastrikummerpolder, bijgenaamd de “Dogmolen” en bewoond door K. Ooievaar, tien minuten buiten het dorp gelegen, was door het hemelvuur aangetast en stond binnen vijf minuten in lichterlaaie, zoodat aan de redding van den inboedel niet te denken viel." (Jaap de Vries, 17 maart 2010)

De huidige molen werd in het daaropvolgende jaar gebouwd naar ontwerp van de Zaanse molenmaker Vredenduin.

In 1936 wordt vermeld dat het gemaal is voorzien van een ruwoliemotor van 55 pk, gekoppeld aan een vijzel.

Bronnen onder meer:
- Nederlandse Molendatabase.
- "De zeeweringen en waterschappen van Noordholland", tweede uitgaaf, Jhr. Mr. J.W.M. Schorer, 1894.
- "De zeeweringen en waterschappen van Noordholland", derde uitgaaf, D. Kooiman, 1936.
- "Historie van Castricum en Bakkum", D. van Deelen, 1973. Coll. H. van der Kaay.