Op 15 februari 1792 werd octrooi verleend om de polder te vervenen, met uitzondering van de erven langs de Amstel. In 1848 werd de droogmaking van het uitgeveende gebied aangevangen, deze was in 1851 klaar. De bouw van de vijzelmolen werd in 1849 aanbesteed.
Op de dijk achter de huiserven stond de vijzelmolen, die de landen der droogmakerij op de bovenlanden afmaalde. Van de bovenlanden werd het water weer afgemalen door een schepradmolen, uitslaande op de Amstel.
Na de droogmaking van de Noorder Legmeerpolder vervielen de molens van de Thamerbinnenpolder omdat toen geloosd werd op het toevoerkanaal van het gemaal van de nieuwe polder.
Bronnen:
- "De zeeweringen en waterschappen van Noordholland", Mr. G. de Vries Azn., 1864.
- "De zeeweringen en waterschappen van Noordholland", derde uitgaaf, D. Kooiman, 1936.
Het nieuws van den dag : kleine courant, 29-04-1895
Uit de hand te Koop: Twee "WATERMOLENS met toebehooren, van den Thamerbinnenpolder, onder Uithoorn, als: een achtkanten Vijzelmolen, met IJzeren Bovenas en Amerikaansch Grenen Roeden,
en een Schepradwipmolen, met IJzeren Bovenas, dito Wateras, dito Scheprad en nieuw Onderwiel. Schriftelijke aanbiedingen worden ingewacht vóór 2 Mei 1895 bij den Voorzitter, Mr. C. J. BOERLAGE, te Uithoorn.