bouwjaar
verdwenen
verbrand
geschiedenis
Op 18 maart 1815, om 1 uur ’s middags, raakte de oude Goudsbloem in brand en werd volledig in de as gelegd. De oorzaak van de brand was hoogst waarschijnlijk brandstichting. De Goudsbloem was voor ƒ 3000 tegen brand verzekerd bij een Amsterdamse verzekeringsmaatschappij, of zij dit bedrag daadwerkelijk aan Rijkes uitkeerden is onbekend.

De molen werd herbouwd door Willem Adriaansz. Kuyt. Hij verkocht de molen op 30 juli 1828 aan Cornelis Koeter voor ƒ 1100, een vrij laag bedrag voor een meelmolen. Ook Cornelis Koeter zou niet lang met De Goudsbloem werken. Op 11 januari 1831 verkocht hij de molen voor ƒ 1840 aan Arie van Essen. Deze persoon zou een behoorlijke tijd met de meelmolen blijven werken. Hij verkocht De Goudsbloem op 29 mei 1854 aan Teunis van Meerten voor de kapitale som van ƒ 6000. Het is onduidelijk waarom de prijzen van deze molen zo fluctueerden door de jaren heen. Misschien had Van Essen wel belangrijke verbeteringen uitgevoerd aan de molen. Van Meerten bezat de meelmolen slechts enkele maanden, op 10 augustus 1855 verkocht hij hem voor ƒ 6000 door aan Cornelis en Johannes Koeter, ongetwijfeld nazaten van de Koeter die De Goudsbloem in 1828 bemaalde.

De beide heren Koeter zouden echter maar kort met hun nieuwe bezit kunnen werken. Op 21 februari 1856, om half 9 ’s avonds, raakte De Goudsbloem door het heetlopen van een steenspil in brand. Het vroor die avond flink en er woei een stevige noordooster wind, die het vuur vlug aanwakkerde, waardoor er geen redding meer mogelijk was. De Goudsbloem brandde tot op de grond toe af. Ditmaal werd de molen niet meer herbouwd.

Bronnen:
- “Duizend Zaanse Molens”, P. Boorsma 1968 blz. 217.
- “250 Zaanse molens”, R. Couwenhoven 2001 blz. 120.
- “Zaanlandsch jaarboek”, G.J. Honig en S. Lootsma 1934 blz. 145-148.
F. Rol, Zaandijk.