bouwjaar
verdwenen
afgebroken en verplaatst
geschiedenis
Na de brand van 1720 zat men niet bij de pakken neer, en 1721 verrees er een nieuwe balkenzager aan de Zuiderwatering.

Op 17 januari 1731 werd te koop aangeboden: ”…..een hegte, sterke, weldoortimmerde agtkante houtsagersmoolen gent de rooleeuw c.a. staende en gelegen tot West saendam op de suijder watering. In de wind aangeslagen op ƒ 3,00.” De molen werd gekocht door de weduwe van Jacob Calf, zij betaalde een bedrag van ƒ 3450 voor de molen.

De weduwe van Jacob Calf bleef tot haar dood in 1753 eigenaresse van de Roode Leeuw. Bij de verdeling van haar nalatenschap, kwam de helft van de molen in bezit van haar zoon Jan Cornelisz. Calf, de andere helft van de molen was reeds in 1752 in bezit gekomen van Mathijs en Jacob Brinkman. De Roode Leeuw stond echter toen niet meer in Westzaandam, maar in Purmerend. Wat de reden is geweest om de molen te verplaatsen blijft onduidelijk. De verhuizing van de molen vond in ieder geval plaats in 1752.

In de Zaanstreek wordt de molen voor het laatst genoemd op 9 januari 1755, op die dag werd het volgende verkocht: ”Een mole erf en balkhaven, daar de molen de Roo leeuw op gestaan heeft….aan de Zuijder watering.” Verkoper was Jan Calf.

Bronnen:
- “Duizend Zaanse Molens” P.Boorsma 1968 blz. 97
- “Zaanse Windmolens” P.Boorsma 1939 blz. 130-132
- www.duizendzaansemolens.nl R.Couwenhoven
- “Zaanse molenbranden” R.Couwenhoven 2001 blz. 6-7
- “Molens in Noord-Holland in oude ansichten” 1980 Drs. H.A.Visser blz. 89
- "1100 Zaanse Molens", Ron Couwenhoven 2015, blz. 59.