bouwjaar
/ 1658 herbouwd ?
verdwenen
verbrand
geschiedenis
Het Zwarte Schaap stond op een gehuurd erf van Reyer Claesz. Deze ontving op 10 november 1628 een windbrief voor de molen Het Zwarte Schaap.

In 1653 nam Claes Cornelisz Haringh voor ƒ 1100 een half part van de molen over van Evert Sondach over.

Een windbrief voor de molen werd op 23 september 1659 uitgereikt aan Claes Jansz. Schaep. De balkenzager het Zwarte Schaap werd dus mogelijk herbouwd in 1658. Enkele jaren daarvoor had Claes Schaep de paltrok “het Witte Schaap” laten bouwen.

Op 9 maart 1659 verkocht Claes Cornelisz. Haringh de molen voor ƒ 1400 aan zijn vader Cornelis Jansz. Haringh. Enige tijd later, op 25 mei 1662, verkocht Cornelis Haringh het Zwarte Schaep aan vier heren, waaronder Claes Jansz. Schaep. De verkoopprijs van de molen bedroeg ƒ 970. Wat er precies gebeurde, blijft vooralsnog onduidelijk, nader onderzoek kan dit misschien oplossen.

Op 7 november 1699 werd de molen geveild: ”een wel ter neering staende Saegmole genaemt het Swarte Schaep (c.a.) staende over de Nieuwe vaert aent ent vant silver pat.” Voor het gehele complex werd toen de kapitale som van ƒ 2655 betaald.

Daarna wordt het stil met gegevens over deze molen. In 1742 stond het Zwarte Schaap op naam van Stoffel Claasz.

Op 6 juli 1834 raakte de molen, toen eigendom van Pieter Poel, in brand en werd hij totaal verwoest. Er volgde herbouw.

Bronnen:
- “250 Zaanse molens” R. Couwenhoven 2001 blz. 37
- “Duizend Zaanse molens” P. Boorsma 1968 blz. 88
- “de Zaende” 2e jaargang 1947 blz. 325