De Ooievaar werd zeer waarschijnlijk in het jaar 1631 gebouwd op het erf waar in 1655-56 de bekende Zaandijker meelmolen “de Bleeke Dood” werd opgericht. Hendrik Jacobsz. verkreeg op 14 juni 1631 de windbrief van deze molen die aanvankelijk was ingericht als oliemolen. Op een kaart uit 1635 wordt over het erf geschreven:”Heijndrick Jacobsz. Oliemolenwerf”. Uit het bedrag dat aan windgeld moest worden betaald viel op te maken dat het een grote molen betrof, normaliter betaalde de eigenaar van een oliemolen een bedrag van ƒ 3,00, Hendrik Jacobsz. betaalde jaarlijks ƒ 5,00.
Hoe en wanneer deze molen verdween is niet bekend. Wat zeker is, is dat de molen voor het jaar 1655 werd gesloopt, toen werd begonnen met de bouw van de Zaandijker meelmolen.
Op 11 september 1655 werd er door vier personen een verklaring afgelegd die als volgt luidde, dat ten verzoeke van Willem Cornelisz. Molenaar en diens mede participanten, dat zij gezien hebben, dat gearbeid is “aen de molen aen de westkant van de Saen, die aldaer wort geset op de plaetse ende fondament daer de Ruinmolen heeft gestaen.” Het is mij niet duidelijk of met Ruinmolen, runmolen wordt bedoeld. Het kan zijn dat de molen later is verbouwd voor het malen van schors.