bouwjaar
verdwenen
1912 buiten gebruik 1956 of later restant afgebroken
geschiedenis

1767 De Staten van Holland gaven toestemming gronden behorende tot de Heerlijkheid van de Merwede te omkaden. 

1782 Er werd hiervan door de burgemeesters van de stad Dordrecht, als heren van de Merwede, gebruikgemaakt om de Oost-Merwedepolder te stichten. 
De afwatering van overtollig polderwater vond aanvankelijk op natuurlijke wijze plaats door houten duikers.

1850 Omstreeks 1850 werd één van deze duikers opgeruimd en werd een nieuwe duiker in de westelijke kant van de zuidelijke ringkade gelegd. 

1868 Deze nieuwe afwatering werd in 1868 versterkt met een nieuw gestichte windvijzelmolen. De molen sloeg het water uit in de omkade gronden van de zuidelijk gelegen polder ‘de Smoker’ en zo op het Wantij 

1902 De molen werd overgedragen aan de NV onder de naam van ‘Maatschappij tot exploitatie van de Oost Merwede- en Smokerpolders’. 
De molen werd in 1912 buitengebruik gesteld en onttakeld.

De romp bleef nog voortbestaan als bergplaats, in elk geval tot 1956.

bronnen

Bron: Draaiende wieken, stappende paarden - Molens op het Eiland van Dordrecht, C.J.P. Grol en J. Zondervan-Van Heck, Jaarboek 2008 Historische Vereniging Oud-Dordrecht.