boven(acht)kant

romp
achtkante bovenkruier op vierkante onderbouw

kap (bovenkruier)

versieringen

De hr. H. A. Ravenswaay schreef een prachtig gedicht over de molen toen deze in 1916 was gesloopt.

De oliemolen.

Wat stond onze molen daar rustig aan de rivier.
Hij draaide zijn wieken zoo lustig
Met machtig breeden zwier.
De zeilen bolden
De steenen rolde
De hamers klopte sterk en fier.
Den schipper een goede bekende;
een trouwe vrind.
Hij zag hoe het molentje zich wendde
zijn kap naar elken wind.
De meeuwen zwierden
de vlagen gierden;
het kraakte soms in balk en bint.
Als Gorkum feesten vierde
en van den stag
Der schepen bonte wimpels zwierden
versierde Hollands vlag
Den molen jeugdig
dan liet hij vreugig
Het lijnzaad wachten voor een dag.
Wie zal er den molen niet missen?
hij was zoo fier!
De vreemdeling zal zich vergissen
'Is dit wel Gorkum hier?'
Schippers verdolen
Zonder den molen
En't is zoo leeg bij de rivier...

augustus 1916
H. A. Ravenswaay Mz.

Dit gedicht is overgenomen uit het boekje:

Molens in Gorinchem.van Dhr. A.J Busch.
Tekst Theo de Rooij