bouwjaar
herbouwd
verdwenen
gesloopt
eigendomshistorie

Molenaars: 
1775/76 / 1804/05 Leendert de Bruijn 
01-01-1806 / 31-122-1835 Willem de Bruijn 
01-01-1836 / 31-12-1856 Cors de Bruijn 
01-01-1857 / 31-12-1863 Wed C de Bruijn 
01-01-1864 / 31-12-1866 Cors de Bruijn 
01-01-1867 / 31-12-1867 Jan de Bruijn 
01-01-1868 / 31-12-1870 Cor de Bruijn

geschiedenis

Polder Rubroek en Spiegelnisse 1581-1887:
Waterstaatswerken:
Convocatie van de ingelanden waarin zij bekendmaken besloten te hebben tot het bouwen van een nieuwe achtkante molen nabij de oude molen, alsmede een verzoek aan het hoogheemraadschap van Schieland om een financiële bijdrage voor het amoveren van een stenen duiker, 1775. 1 stuk

Aan de linker Rottekade tussen de Crooswijksesingel en de Isaac Hubertstraat (t/o de Blommersdijksemolen) stond deze wipmolen.
De molen bemaalde de polder Rubroek of Voor-Rubroek, door de aanleg van een boezem rond 1772 was de polder in tweeën gedeeld.
Het gedeelte achter de Boezem heette toen Achter-Rubroek.
Rond 1838 kwamen beide polders wel onder één bestuur te staan.
In 1864 moest Voor-Rubroek een groot deel van zijn grond afstaan aan de gemeente Rotterdam waarna alleen het deel tussen de Boezem en de Boezemsingel over.

Rotterdamsche courant, 24 juni 1865
melding over afbraak van 'den watermolen, aan de Linker-Rottekade. Zijnde aangenomen: door L. Boers en Co. voor fl 650,-.

Verkoop 1865 aan de stad Rotterdam
In december 1867 werd de molen overbodig omdat de gemeente Rotterdam de afwatering over nam.
Bron: Rotterdam in oude Ansichten, deel 1.

Molen No 3:
Bouw van een achtkante stenen baliemolen noordelijk van de afgebroken molen
Aannemer: Jacob van der Werken voor fl 10.068 en 5 st