bouwjaar
verdwenen
1806 -1820
geschiedenis
In 1746 verklaart de toenmalige eigenaar J. der Kinderen dat de bouw van de 'Wind Pelmolen, genaamd De Fortuyn' in 1739 was voltooid en de molen in gebruik genomen.

In 1780 werd de molen eigendom van Abraham de Klerk en compagnie en amper een jaar later, in 1781, was de eigenaar Jacobus Poley en werd gesproken over een oliemolen.

In 1795 zijn de erven Willem Schorer eigenaar en in 1802 Willem Schorer John Azn. De molenaar in deze periode (1788 en 1802) was Pieter Kramer. De molen is verdwenen tussen 1806 en 1820.

bron: E. van Wijk, 'Molens in Middelburg', 1985.
-----

Waarschijnlijk was deze pelmolen de opvolger van de 1e molen van Philipus Schrieck, dbnr. 17470, afgebrand in 1735 en op dat moment ook pelmolen, maar dit is niet zeker. Hoewel de positie van De Fortuyn wel nauwkeurig te bepalen is op grond van kaartmateriaal, is dat van die 1e molen minder precies. Echter voor zover vergelijking mogelijk is, stonden beide molens inderdaad op nagenoeg dezelfde plaats.
-----

Middelburgsche Courant, 6 april 1815:
"De Heer J. NOELS qq. presenteert uit de hand te verkoopen, een derde aandeel in de PEL GORT- en OLIJ-MOLEN 'De Fortuin', staande even buiten de Vlissingsche Poort, op den weg naar Vlissingen; men kan zich aangaande dit alleszins kapitale Pand nader bij hem informeren."
-----

Er moet voor gewaakt worden deze molen te verwarren met zaagmolen Het Fortuin, dbnr. 13747, eveneens gebouwd in 1739.