Aan het Keern stond een standerdmolen (die eerder ongetwijfeld op de stadswal heeft gestaan, maar die verbinding is nog niet te leggen).
Deze molen was van Theodorus Meijssen; de molen werd bij Koninklijk Besluit van 20 juni 1879 onteigend en gesloopt voor de aanleg van de spoorlijn. Hij stond precies op het tracé, ongeveer 35 à 40 m W van het Keern. Op 26 november werd het sloopmateriaal geveild, waaronder vier molenstenen, twee roeden, een as, en paard en wagen.
N. Jurgens, 13 jan. 2008.
NB Vroeger liep het Keern in een vrijwel rechte lijn naar de Kleine Noord, door de aanleg van de spoorwegovergang is de kronkel erin gekomen. Daardoor ligt de plek van de molen nu oostelijk van het Keern in plaats van zoals oorspronkelijk westelijk ervan.
Op de kaart van Uitwaterende Sluizen, door J.J. Dou van 1680, staat deze molen nog niet vermeld.
-----
Op de kaart van Oostwoudt uit 1723 staan aan het Keern drie molens getekend. Uit historische bronnen valt af te leiden dat het om de Noordermolen, de Roode Molen en de Oostermolen gaat.
De Roode Molen aan de westzijde van het Keern staat al op de kaart van Blaeu uit 1649. Over deze molen is de meeste informatie te vinden. De oudste vermelding dateert uit 1688. De molen staat op de kadastrale kaart van 1823 als C202 en is in 1879 afgebroken ten behoeve van de aanleg van de spoorlijn.
Bron: "Archeologisch bureauonderzoek en advies voor de inpassing van de weg tussen de Provinciale weg en De Weel", C.P. Schrickx en M.H. Bartels, Gemeente Hoorn, Bureau Erfgoed, Archeologie, 2011.